- Het stimuleringsbeleid van de ECB dreigde vast te lopen na een uitspraak van het Duitse grondwettelijke hof in mei.
- Maar het Duitse parlement heeft zich nu met ruime meerderheid achter de voortzetting van het opkoopprogramma geschaard.
- Daardoor blijft de Duitse bank mee doen aan het in 2015 begonnen stimuleringsbeleid.
Een meerderheid in het Duitse parlement heeft zich achter het vijf jaar geleden begonnen opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB) geschaard. Door een uitspraak van het Duitse grondwettelijke hof dreigde dit stimuleringsbeleid vast te lopen, maar dat gevaar is door de politieke steun geweken.
Naast de coalitiepartijen verklaarden ook de Groenen en de liberale FDP zich tevreden met de uitleg van de ECB over het opkoopprogramma van obligaties. Dat zogeheten PSPP-programma werd onder toenmalig centralebankpresident Mario Draghi in 2015 opgezet. Hij besloot dat de ECB voor biljoenen aan schuldpapieren zou opkopen om de economische groei en inflatie aan te jagen.
Het grondwettelijk hof in Karlsruhe wierp in mei een obstakel op voor de voortzetting van het opkoopprogramma. Rechters oordeelden dat de ECB onvoldoende had aangetoond dat de voordelen van de massale injectie van geld in de economie opwegen tegen de nadelen.
Bovendien hadden Duitse volksvertegenwoordigers volgens het hof nagelaten de centrale bank van de eurozone daarover kritisch te ondervragen. De ECB werd opgedragen aan te tonen dat het opkoopprogramma “proportioneel” was. Lukte dat niet binnen drie maanden, dan zou de Duitse centrale bank niet langer als uitvoerder mee mogen doen aan het programma.
Het PSPP-programma van Draghi was niet onomstreden, vooral niet toen het in het najaar van 2019 opnieuw werd opgestart. Zo draagt het ECB-beleid bij aan lage rentes, wat nadelig is voor spaarders of de winstgevendheid van banken.
Ook zouden bepaalde eurolanden amper werk maken van begrotingsdiscipline door het goedkoopgeldbeleid. Een groep conservatieve academici en zakenlieden voerde in Duitsland daarom jarenlang juridische procedures tegen de ECB, waarvan de uitspraak van het grondwettelijk hof in mei het resultaat was.